Woo-verzoek 15 juli 2025
DIT IS DE TOEGANKELIJKE VERSIE WOO-verzoek 15 juli 2025
De originele documenten kunt u inzien door het originele versie in te zien: U kunt de originele versie hier downloaden
De documenten worden gescheiden met de titel document
Document
ONLEESBAAR GEMAAKT
Per e-mail: ONLEESBAAR GEMAAKT
Behandelaar Mevrouw ONLEESBAAR GEMAAKT
Telefoon 070- ONLEESBAAR GEMAAKT
Datum 15 juli 2024
Bijlage(n) 3
Onderwerp Besluit op uw Woo-verzoek om informatie
Geachte ONLEESBAAR GEMAAKT
Uw verzoek
Per e-mail van 20 mei 2025, door mij op die datum ontvangen, diende u een verzoek in als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid van de Wet open overheid (verder: de Woo). In uw verzoek vraagt u het Schadefonds Geweldsmisdrijven (verder: het Schadefonds) om informatie openbaar te maken die ziet op afspraken over de samenwerking tussen het Schadefonds en Slachtofferhulp Nederland (verder: Slachtofferhulp), rondom het aanvraagproces.
U denkt daarbij meer in het bijzonder (maar niet uitsluitend) aan afspraken over:
– de rechtstreekse toegang tot het systeem door Slachtofferhulp bij het Schadefonds;
– het wel of niet instellen van bezwaar of beroep;
– de rechtsbijstandverlening bij een dergelijke procedure;
– het doorverwijzen naar (andere) rechtsbijstandverleners.
Contact met u
Op 22 mei 2025 ontving u van de Woo-functionaris per e-mail bericht dat uw verzoek in goede orde is ontvangen. Daarbij is medegedeeld dat u in beginsel op uiterlijk 18 juni 2025 een antwoord zou ontvangen op uw verzoek en dat u bericht zou krijgen als er meer tijd nodig zou zijn om uw verzoek af te handelen.
Op 23 mei 2025 stuurde de directeur, mevrouw mr. M. de Groot, u een e-mail, waarin zij aangaf dat zij uw verzoek graag met u wilde bespreken. Zij liet u weten dat het Schadefonds en Slachtofferhulp over de door u genoemde zaken geen onderlinge afspraken hebben, zodat het ook lastig zou zijn om iets openbaar te maken. Zij liet u weten dat Slachtofferhulp geen toegang heeft tot het zaaksysteem van het Schadefonds en dat het Schadefonds geen afspraken heeft met Slachtofferhulp over het wel of niet instellen van bezwaar of beroep en/of over het doorverwijzen naar rechtsbijstandverleners. Ook zijn er geen afspraken over de rechtsbijstandverlening bij procedures rondom het aanvraagproces bij het Schadefonds. De directeur gaf aan dat zij u graag wilde informeren over de samenwerking die het Schadefonds heeft met Slachtofferhulp en hoe dit in de praktijk werkt. Zij stelde u voor dat zij hierover met u een afspraak zou maken.
Op 23 mei 2025 stuurde u de directeur een reactie per e-mail. U liet haar weten dat u uw Woo-verzoek wilde handhaven. Een gesprek met de directeur over de samenwerking tussen het Schadefonds en Slachtofferhulp vond u logischer en zinvoller nadat op uw Woo-verzoek zou zijn beslist en er eventueel documenten openbaar zouden zijn gemaakt.
Op 17 juni 2025 ontving u van de Woo-functionaris een e-mail, waarin zij u liet weten dat de beoordeling van uw verzoek meer tijd in beslag nam dan vier weken, omdat uw verzoek te complex bleek om daar binnen vier weken inhoudelijk op te reageren. Er waren twee weken extra nodig om uw verzoek te behandelen. De beslistermijn werd daarom, onder verwijzing naar artikel 4.4, tweede lid van de Woo, verlengd. De Woo-functionaris liet u weten dat het streven erop gericht was om u uiterlijk op 2 juli 2025 een antwoord op uw verzoek toe te sturen.
Op 20 juni 2025 stuurde de Woo-functionaris u een e-mail, waarin zij u liet weten dat het Schadefonds op 19 juni 2025 een zienswijze verzoek had ingediend bij Slachtofferhulp. Zij liet u weten dat het Schadefonds, conform het bepaalde in artikel 4.4, lid 4 van de Wet open overheid juncto artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, de termijn voor de beantwoording van uw verzoek zou opschorten, in afwachting van de reactie van Slachtofferhulp. Daarbij liet zij u weten dat het Schadefonds Slachtofferhulp tot en met uiterlijk 3 juli 2025 de tijd had gegeven om te reageren op het zienswijze verzoek.
Op 1 juli 2025 stuurde de Woo-functionaris u een e-mail, waarin zij u liet weten dat het Schadefonds die dag een reactie had ontvangen op het zienswijze verzoek en dat daarmee de opschorting met onmiddellijke ingang was geëindigd. Zij liet u weten dat de beslistermijn verschoof van 2 juli naar 12 juli 2025. Nu die datum in het weekend viel, werd de beslistermijn verschoven naar maandag 14 juli 2025. De Woo-functionarig liet u weten dat het streven er dan ook op gericht was om u uiterlijk op 14 juli 2025 een antwoord op uw verzoek toe te sturen.
Op 14 juli 2025 stuurde de Woo-functionaris u een e-mail, waarin zij u liet weten dat u het besluit op 15 juli 2025 zult ontvangen.
Wettelijk kader
Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). De relevante artikelen uit de Woo kunt u vinden in bijlage 1 bij deze brief.
Inventarisatie documenten
Op basis van uw verzoek hebben wij gezocht in ons archief. Daarbij hebben wij drie documenten aangetroffen, die (gedeeltelijk) voldoen aan uw verzoek. Deze documenten zijn genoemd in de inventarislijst in bijlage 2 bij deze brief. In deze brief wordt vanaf nu verwezen naar de nummers op de inventarislijst, zodat voor u duidelijk is wat ik per document heb besloten en waarom ik dit heb besloten.
Informatie die valt buiten de reikwijdte van uw verzoek
U heeft in uw verzoek aangegeven over welke aangelegenheid u informatie wilt ontvangen.
Een tweetal documenten gaat gedeeltelijk niet over de door u aangegeven aangelegenheid. Deze informatie valt daarom buiten de reikwijdte van uw verzoek en die heb ik dan ook uit de documenten verwijderd.
Besluit
Ik besluit document 1 volledig openbaar te maken.
Documenten 2 en 3 maak ik gedeeltelijk openbaar.
Ik licht mijn besluit hierna toe.
Overwegingen
Iedereen heeft het recht om overheidsinformatie op te vragen, zonder dat daarbij een reden opgegeven behoeft te worden. Dit staat in artikel 1.1 van de Woo. Daarbij is het uitgangspunt dat overheidsinformatie openbaar is, tenzij er uitzonderingsgronden zijn die de openbaarheid beperken. De uitzonderingsgronden worden genoemd in hoofdstuk 5 van de Woo. In artikel 5.1 lid 1 zijn de absolute uitzonderingsgronden vermeld en in lid 2 de relatieve. In het geval van de relatieve uitzonderingsgronden moet het bestuursorgaan het door de uitzonderingsgrond beschermde belang afwegen tegen het algemene belang bij openbaarheid. Voor een belangenafweging is geen plaats in het geval van absolute uitzonderingsgronden. Verder geldt in het algemeen de regel dat de informatie die ik aan u verstrek, openbaar is voor iedereen.
Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo)
In de documenten 2 en 3 staan persoonsgegevens van medewerkers van het Schadefonds en Slachtofferhulp. Dit betreft gegevens die herleidbaar zijn tot personen, te weten namen en functienamen. Deze gegevens maak ik op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo niet openbaar. Het gaat hierbij om persoonsgegevens van medewerkers die doorgaans niet wegens hun functie in de openbaarheid treden. Openbaarmaking van deze persoonsgegevens vormt een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van die medewerkers. Het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen weegt daarom zwaarder dan het belang van openbaarheid.
De overige stukken in deze twee documenten, die zijn afgeschermd, zien niet op afspraken over de samenwerking tussen het Schadefonds en Slachtofferhulp rondom het aanvraagproces. Deze stukken zijn daarom verwijderd uit de documenten.
Wijze van openbaarmaking en publicatie
De documenten die (gedeeltelijk) openbaar worden, worden samen met deze brief digitaal aan u toegezonden.
Dit besluit en de documenten die voor iedereen openbaar worden, worden geanonimiseerd op www.schadefonds.nl gepubliceerd.
Vragen
Als u vragen heeft over de afhandeling van uw verzoek, dan kunt u contact opnemen met mevrouw ONLEESBAAR GEMAAKT, jurist behandel en bezwaar, / Woo-functionaris, 070 ONLEESBAAR GEMAAKT
Voor meer informatie over de Woo-procedure, kunt u kijken op www.rijksoverheid.nl.
Hoogachtend,
ONLEESBAAR GEMAAKT
ONLEESBAAR GEMAAKT
Afdelingshoofd Staf Schadefonds Geweldsmisdrijven,
Plaatsvervangend directeur
Bijlagen
1. Relevante wetsartikelen uit de Wet open overheid
2. Inventarislijst
3. De openbaar te maken stukken (document 1 tot en met 3)
Bent u het niet eens met deze beslissing?
Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Zorg ervoor dat wij uw bezwaar uiterlijk binnen zes weken na de datum bovenaan deze brief hebben ontvangen.
U kunt op twee manieren uw bezwaarschrift indienen (het is niet mogelijk dit per e-mail to doen):
- op onze website www.schadefonds.nl/bezwaar(via DigiD).
- per post naar:
Schadefonds Geweldsmisdrijven
Afdeling Bezwaar Postbus 71
2501 CB Den Haag
Schrijf in uw bezwaar in elk geval:
- uw naam en adres;
- een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar maakt;
- waarom u het niet eens bent met de beslissing;
- de datum van uw brief;
- uw (digitale) handtekening.
Voor vragen kunt u ook contact met ons opnemen via telefoonnummer 070-4142000.
Bijlage 1: Relevante wetsartikelen uit de Wet open overheid
Artikel 1.1
Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.
Artikel 2.1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
document: een door een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of ander geheel van vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van dat orgaan, die persoon of dat college;
publieke informatie: informatie neergelegd in documenten die berusten bij een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, of informatie die krachtens artikel 2.3 door een bestuursorgaan kan worden gevorderd.
Artikel 4.1 lid 1, 2, 3, 4 en 7
1 Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.
2 Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze.
3 De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.
4 De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de aangelegenheid of het daarop betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
7 Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 5.
Artikel 4.1a
Het bestuursorgaan waarborgt het behoud van de documenten waarop een door hem ontvangen verzoek betrekking heeft.
Artikel 4.3 lid 1 en 2 sub a en d
1 De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen.
2 Het bestuursorgaan besluit in ieder geval schriftelijk op een verzoek om informatie, indien:
a. het schriftelijke verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen;
d. de gevraagde informatie betrekking heeft op of afkomstig is van derden, tenzij deze hebben verklaard aan een schriftelijk besluit geen behoefte te hebben.
Artikel 4.4 lid 1, 2, 3, 4, 5 en 6
1 Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen.
2 Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de informatie een verlenging rechtvaardigt. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker.
3 Onverminderd artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, tot en met de dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijze naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
4 Indien de opschorting, bedoeld in het derde lid, eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven.
5 Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daartegen heeft, in welk geval de informatie wordt verstrekt twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan of het verzoek is ingetrokken.
6 Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken die rechtstreeks betrekking heeft op een derde of die van een derde afkomstig is, deelt het bestuursorgaan dit besluit gelijktijdig mede aan deze derde.
Artikel 4.5 lid 1
Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door verzoeker verzochte vorm of, indien dit redelijkerwijs niet gevergd kan worden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.4, derde lid.
Artikel 5.1 lid 2 sub e en lid 3
2 Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
3 Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.
Inventarislijst:
1. Convenant Slachtofferhulp Nederland en Schadefonds Geweldsmisdrijven 2022
(Geheel openbaar);
2. Afspraken/verslag. Gezamenlijk MT Slachtofferhulp Nederland – Schadefonds Geweldsmisdrijven, 16 januari 2023
(Gedeeltelijk openbaar, gedeeltelijk niet openbaar. Redenen: artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo en deels ziet het document niet op de verzochte informatie);
3. Notulen. Gezamenlijk MT SHN/SGM, 18 februari 2025
(Gedeeltelijk openbaar, gedeeltelijk niet openbaar. Redenen: artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo en deels ziet het document niet op de verzochte informatie).