Menu

Dit betekent dat een kind in een pleeggezin, instelling of opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen moest verblijven vanwege een beslissing van:

  • de rechter,
  • de officier van justitie,
  • de burgemeester,
  • of de aangewezen (gezins)voogd of voogdij-instelling.

Voor instellingen geldt dat niet alle kinderen hier geplaatst werden door de overheid. Sommige kinderen werden bijvoorbeeld geplaatst op verzoek van de ouders. In enkele gevallen verbleven ze daar samen met kinderen die daar gedwongen waren geplaatst. Op welke manier de plaatsing ook was, alle kinderen ondergingen hetzelfde regime. Daarom zou het onredelijk zijn als het ene kind wel en het andere de kind niet in aanmerking zou komen voor de regeling.

Ook kinderen die destijds vrijwillig in een instelling hebben verbleven, kunnen een aanvraag doen voor de tijdelijke regeling slachtoffers jeugdzorg. Voorwaarde is wel dat er tijdens het verblijf andere kinderen in de instelling verbleven, die daar geplaatst waren door de overheid.

Doorplaatsing door Z.M.O.K-scholen
Wanneer een kind door een (speciale) onderwijsinstelling, zoals Z.M.O.K.-scholen, in een instelling of pleeggezin werd geplaatst, dan wordt dit volgens de tijdelijke regeling niet gezien als een plaatsing onder verantwoordelijkheid van de overheid. Z.M.O.K-scholen hadden/hebben geen bevoegdheid tot gedwongen plaatsing. Als een kind op advies van een dergelijke instantie is geplaatst, valt dit juridisch onder een vrijwillige plaatsing.

Als er in de instelling ook andere minderjarigen verbleven die hier wél onder verantwoordelijkheid van de overheid zijn geplaatst, dan kan er een aanvraag ingediend worden.